Met name de school- en enkelvoudige rugslag worden slecht beheerst. Ruim 58% van de deelnemers maakte twee of drie technische fouten, of zwommen met een schaar- of wreefslag. Opvallend was dat een relatief groot aantal zwemmers de combinatie van de schoolslag zelfs fout uitvoerde. De resultaten van de enkelvoudige rugslag waren nog schrikbarender, omdat bijna 70% van de referentiegroep deze technisch onvoldoende uitvoerde. Frappant is ook dat een groot aantal potentiële MBO-studenten de term enkelvoudige rugslag niet bij naam kende. De scores bij de borst- en de rugcrawl lagen niet beter, met respectievelijk 72% en 70% onvoldoende uitvoeringen. Een aantal deelnemers aan deze toetsingsdagen wist de totaalscore enigszins op te krikken door de toets onderwaterzwemmen en 30 seconden watertrappen met gestrekte armen voldoende tot goed uit te voeren. Een overzicht van de resultaten 2013 is hier te downloaden (pdf). (Gegevens 2012 zijn hier beschikbaar).
De toets is afgenomen in de regio Den Haag, waar relatief veel omliggende gemeentes het schoolzwemmen nog op het programma hebben staan. Aangezien het schoolzwemmen bij veel gemeentes dreigt te verdwijnen is de verwachting dat het zwemniveau in de toekomst nog verder zal afnemen.
In het opiniestuk verwoordt ter Hoeven dat met de een paar decennia geleden aangegane PPS-constructies (publieke private samenwerking) en privatiseringstrajecten aan het einde van de rit “het ontzorgen van gemeenten een wassen neus is . Met andere woorden: De financiële risico’s blijven altijd voor de gemeente.”
Novum Nexu is van mening dat in het ideale geval de gemeente zelf aandeelhouder is van maatschappelijke voorzieningen. Het voordeel hiervan is dat het een veel betere actuele financieel inzicht geeft en bovenal de regie kan worden gevoerd op de organisatie. Daarbij staat het lokale belang en ondernemerschap centraal. De nieuwe adviseur en exploitant begeleidt deze processen en is van mening dat door de manier van haar werken sowieso bespaard kan worden op overheadkosten.
Een recent voorbeeld hiervan is de gemeente Barendrecht. Deze gemeente heeft besloten per 1 januari de exploitatie, beheer en onderhoud van het Inge de Bruijnbad onder te brengen in een gemeentelijke besloten vennootschap.
Om de plannen voor een actief gebruik van de Hef te kunnen realiseren is een stichting in het leven geroepen. “Het streven is het plannen in 2015 ten uitvoer te brengen. Maar om dat te kunnen doen moet de Hef eerst grondig worden gerestaureerd. Het voornemen is dat dat in 2014 gebeurt. Daarnaast dienen de noodzakelijke voorzieningen te worden aangebracht om de brug voor een breed publiek veilig toegankelijk te maken. Om de Hef als megalift-attractie te realiseren is 2½ mln euro nodig waarmee we kunnen starten. De volledige ambities van Hef Experience als museum en attractie zijn te faseren en daarvoor is nog een extra investering van 1½ miljoen euro nodig," vertelt de voorzitter van deze stichting, architect Robbert Dommisse. De stichting heeft een gedetailleerd projectplan opgesteld. Uit het plan blijkt dat men binnen twee jaar na de start 50.000 bezoekers wilt genereren. De voormalige spoorbrug, die bij de ingebruikname de eerste in zijn soort was en werd geroemd om de kracht en betrouwbaarheid, is inmiddels een Rijksmonument. Nadat de brug geen dienst meer deed als spoorverbinding is er nauwelijks meer onderhoud gepleegd aan deze voor Rotterdam historische locatie. Het hefmechanisme van de brug functioneert overigens wel. Dommisse vervolgt: “Het monument is eigendom van de gemeente Rotterdam en dat blijft natuurlijk ook zo. Wij willen de brug op een attractieve wijze exploiteren en huren het van de gemeente. Daardoor maken we dit toegankelijk voor een brede groep belangstellenden en versterken de instandhouding van het industriële erfgoed.”
De Stichting beoogt een openstelling tijdens het toeristische seizoen, wat inhoudt dat de brug van 1 april tot 31 september wordt opengesteld voor publiek. Tijdens deze periode zal de hefbrug op vaste tijden en gedurende zeven dagen per week in werking worden gesteld. Naast individuele bezoekers richt de stichting ook haar pijlen op bedrijven, waarvoor vergaderarrangementen zullen worden aangeboden.
Het Huis voor de Sport in Limburg heeft al in een vroeg stadium gesignaleerd dat de bevolkingskrimp grote gevolgen heeft voor de sport (link naar factsheet krimp, september 2012 (opent als pdf)). Bevolkingskrimp heeft niet alleen consequenties voor de verenigingen, maar ook voor gemeentes bij de ontwikkeling en exploitaties van sportvoorzieningen.
Door middel van samenwerking of fusie heeft een aantal Limburgse verenigingen de krimp tot een kans gemaakt. Samen met de gemeentes hebben gefuseerde verenigingen nieuwe, aantrekkelijke en toekomstgerichte sportaccommodaties ontwikkeld. Dat lijkt een financieel ingrijpende stap, maar voor de plaatselijke overheden heeft dit als voordeel dat inefficiënte verouderde sportvoorzieningen kunnen worden gesloten. Daarnaast dwingt het ook gemeentes om over de eigen grenzen te kijken en samenwerking met buurgemeentes aan te gaan. Met name sportvoorzieningen met een grotere actieradius, zoals atletiekbanen, honkbalvoorzieningen, turnzalen of zwembaden zijn uitermate geschikt om vanuit een intergemeentelijk perspectief te gaan ontwikkelen.
Het Huis van de Sport heeft ter ondersteuning van de Limburgse verenigingen een instrument ontwikkeld, waarmee de consequenties van demografische ontwikkelingen op langere termijn in beeld kunnen worden gebracht: Dr. Krimp is een pilot online diagnosemiddel, dat naast krimp, ook de ontgroening en vergrijzing analyseert. De meting is gebaseerd op de Limburgse demografische ontwikkelingen. Daardoor is deze tool nog niet te gebruiken in andere provincies. De gezamenlijke provinciale Sportservicebureaus hebben afgesproken dat het instrument binnenkort ook zal worden aangeboden in de andere provincies.